FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

maandag 23 november 2009

Waar is de muisarm gebleven?

In 2003 had half Nederland wel eens last van een muisarm, nu lijkt RSI van het toneel verdwenen. Bestaat de ziekte niet meer?

Ergonomische stoelen, aangepaste muizen, Veybords, en een masseur die wekelijks de overbelasting weg kneedt.

Een paar jaar geleden was niets te dol in de strijd tegen RSI, ofwel repetitive strain injury. Wie voorovergebogen naar zijn computerscherm tuurde, kreeg bezorgde blikken van collega's: met zo'n verkeerde houding was het een kwestie van afwachten eer de vreselijke ziekte toesloeg.

Hype
Maar nadat RSI in het begin van het millennium een ware hype was, lijkt de ziekte nu verdwenen van het toneel. Geen mediaverhalen over RSI-patienten die nog niet in staat zijn een aardappel te schillen, en ook aan overheidszijde is het betrekkelijk stil.

In 2003 kregen verzekeraars bijna driehonderd RSI-claims binnen op basis van de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven. Dat is 30 procent van het totale aantal meldingen. In 2008 was dat nog geen 5 procent. Hebben de kantoormedewerkers van Nederland de strijd tegen RSI officieel gewonnen?

RSI-conferentie
Absoluut niet, stellen de wetenschappers, patiënten en zorgverstrekkers die afgelopen weekend samenkwamen voor een RSI-conferentie in de Jaarbeurs. Medeorganisator en bestuurslid van de RSI patientenvereniging Sandra Oudshoff: "RSI is nog steeds actueel. Uit alle onderzoek blijkt dat 25 procent van de beroepsbevolking er last van heeft."

Haar vereniging kampt desondanks met teruglopend lidmaatschap. Oudshoff: "RSI was een paar jaar een enorme hype. De overheid gaf veel voorlichting. Maar daardoor gingen meer werknemers zich herkennen in het ziektebeeld. Het gevolg was meer uitval en hoge zorgkosten."

Om deze kosten in te perken, verlegde de overheid volgens Oudshoff daarom de focus. De ziekte kreeg een nieuwe, positievere naam: KANS, afkorting voor klachten de aan de arm, nek en schouders.

Maar ook de onwetendheid onder artsen zorgde volgens Oudshoff voor minder aandacht. Oudshoff: "Zij weten vaak ook niet precies hoe ze moeten behandelen, waardoor de algemene aandacht voor RSI is verminderd."

De onderzoeksbudgetten voor RSI zijn de afgelopen jaren flink terug geschroefd. Maar uit de verhalen van wetenschappers en artsen komt naar voren dat patiënten vaak zes tot acht verschillende behandelingen krijgen. De meeste RSI-patienten doen maar wat, bij gebrek aan een richtlijn.

Tussen de oren
Een belangrijk nieuw inzicht onder artsen is dat RSI niet zuiver lichamelijk is; wat er tussen de oren speelt, heeft invloed op het verloop van de ziekte.

Revalidatiearts Marjon van Eijsden kwam in haar onderzoek tot de conclusie dat angst een belangrijke rol speelt bij RSI-klachten. "Mensen zijn als de dood dat ze nooit meer kunnen werken. Maar juist door dat soort gedachten komen ze in een neerwaartse spiraal." Zij behandelt RSI inmiddels als fobie.

Toch ontkent niemand op het congres dat RSI - of KANS- geen lichamelijke basis heeft. De pijn begint volgens de deskundigen met overbelasting. Alleen moet de oplossing niet alleen maar gezocht worden in muizen en aangepaste bureau's.

Volgens socioloog Wim Eshuis spelen arbeidsverhoudingen een grote rol, vooral bij het verdere verloop van de ziekte nadat de eerste klachten zijn ontstaan. Werknemers komen lang niet altijd uit voor hun probleem uit angst voor de gevolgen, of de baas kiest ervoor RSI-problemen niet serieus te nemen. Eshuis: "De nadruk (bij wetenschappers en beleidmakers, red.) ligt wel erg op ergonomische oplossingen: de beste muizen en stoelen, en dan gaan de klachten over."

De RSI Vereniging hoopt dat de overheid en de media hun interesse weer een beetje terugkrijgen. Sandra Oudshoff: "Jaarlijks kost RSI onze samenleving nog steeds 2 miljard euro, van ziekteverzuim tot zorgkosten. Dat lijkt me reden genoeg om onderzoeksbudget te vergroten, zodat patiënten beter worden geholpen." [z24.nl]

0 reacties :

Een reactie posten