FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

donderdag 22 juli 2010

In woonboot wonen? Niet langer voor een prikkie


Nog niet zo lang geleden was de prijs van een vierkante meter op het Amsterdamse water dertig procent goedkoper dan diezelfde vierkante meter op de wal. Maar de tijden zijn veranderd. Inmiddels kost een woonboot net zoveel als een woning aan de wal.



Een snelle vergelijking tussen een aantal makelaarssites gespecialiseerd in woonboten en Funda leert dat een woonboot met recht op ligplaats inderdaad niet veel onderdoet voor een woonhuis aan diezelfde kade.

Zo kost een woonboot met een woonoppervlak van 47 vierkante meter en twee kamers op de Amsterdamse Lijnbaansgracht in de Plantagebuurt 247 duizend euro, terwijl aan diezelfde gracht appartementen van vergelijkbare grootte tussen de 189 duizend en de 259 duizend euro 'doen'.


In Utrecht duurder

In Utrecht vallen de woonboten uit de vergelijking zelfs duurder uit dan woonhuizen. Aan het Merwedeplantsoen in de Rivierenwijk ligt een woonboot van twee verdiepingen met vijf kamers te koop voor 425 duizend euro.

Aan de kade staat een hoekwoning met zes kamers te koop voor 419,5 duizend euro. Vlak in de buurt ligt een woonbootje van twee kamers voor 225 duizend euro, terwijl twee vergelijkbare woningen respectievelijk 174 duizend euro (twee kamers) en 219 duizend euro (drie kamers) kosten.


Financiering

De prijzen voor woonboten zijn de afgelopen jaren om twee redenen gestegen, legt Niek van der Sluis uit, eigenaar van Woonbotenland.nl en advies- en taxatiebureau Drijvend Wonen.

Ten eerste is de financiering makkelijker geworden. Tot zo'n vijftien à twintig jaar geleden was het vrijwel niet mogelijk een hypotheek te krijgen voor een woonboot. Kopers moesten een persoonlijke lening aangaan, of zelf geld meenemen.

Nu bieden ING, sommige kantoren van de Rabobank en de Friesland Bank hypotheken aan voor woonboten. De verbeterde financiering heeft de prijzen opgedreven. Daarnaast zijn de huizenprijzen gestegen en hebben woonboten, die zeker in Amsterdam waar ze vaak op A-locaties liggen, een inhaalslag gemaakt.


Beperkt aantal ligplaatsen

Daar komt bij dat het aantal ligplaatsen in Nederland beperkt is. Er zijn er nu zo'n 10 duizend, waarvan ongeveer een kwart in Amsterdam. Slechts heel sporadisch komen er mondjesmaat ligplaatsen bij.

"In de nieuwe Utrechtse wijk Leidsche Rijn worden 30 duizend nieuwe woningen gebouwd", geeft Van der Sluis als voorbeeld. "Daarvan zijn er, afgerond, 30 woonboten. Een promille, dus." De prijzen voor woonboten zouden gezien het beperkte aanbod dus nog wel eens verder kunnen stijgen.

Toch hoeft een koper niet per se duurder uit te zijn met de aanschaf van een woonboot in plaats van een woonhuis: hij hoeft namelijk niet de 6 procent overdrachtsbelasting te betalen die de koper op de wal wel verschuldigd is.

Ook de OZB hoeft de woonbootbewoner in Utrecht niet te betalen. In Amsterdam vallen woonboten overigens onder de Roerend Zaak Belasting, vergelijkbaar met de OZB.

Wel moet een woonbootbewoner altijd liggeld betalen. Dat liggeld kan variëren van niets in bijvoorbeeld de vrijhaven van Groningen, tot enkele duizenden euro's in een particuliere jachthaven. Maar als het gaat om een ligplaats in handen van de gemeente, valt meestal wel mee. Op de Lijnbaansgracht is de bewoner jaarlijks zo'n 585 euro kwijt aan liggeld.


Woonboten

"De woonlasten van een woonboot zijn in Amsterdam ongeveer gelijk aan die van een woonhuis op de wal", zegt Eric Blaauw van de Landelijke Woonboten Organisatie. Hij citeert verschillende onderzoeken, uit 1991 en 2003, waarin de lasten van woonbooteigenaren werden vergeleken met die van mensen uit dezelfde inkomensgroepen aan wal. Woonboten zijn over het algemeen gewoon aangesloten op nutsvoorzieningen zoals stroom, water en riolering. Ook daar komen dus geen extra kosten kijken.

"Toch staan mensen niet in de rij voor woonboten," zegt bestuurder Blaauw. Hij denkt dat het idee van onderhoud mensen afschrikt. "Het is toch een bepaald slag mensen." Een woonboot met ijzeren of stalen constructie moet elke vijf jaar uit het water worden gehaald en gecontroleerd, wat zonder sleep- of reparatiekosten al een paar duizend euro kost. Van der Sluis heeft zelf een woonboot van vijftien jaar oud met betonnen casco en van goed materiaal. "Ik schilder de raamkozijnen elke paar jaar en dat was het dan wel weer." Ook het ijsvrij houden van een woonboot is lang niet altijd verplicht of nodig.

Is een woonboot dan de ideale investering? A-locaties, vrij wonen, schaarste aan ligplekken: het klinkt als een droom. Maar daar blijken toch een paar haken en ogen aan te zitten. "De regelgeving geeft een hoop gedonder", verzucht Blaauw.


Regelzucht

Ook Van der Sluis is niet gecharmeerd van het vergunningenstelsel: "Voor sommige boten moet je bij drie overheden een vergunning hebben: de gemeente, Rijkswaterstaat en de provincie. Die hebben allemaal hun eigen regels, die lang niet altijd met elkaar overeenstemmen. Zo is er een woonboot die aan de ene kant wit is geschilderd omdat dat moest van de gemeente en de andere kant groen omdat het zo hoorde volgens de provincie." Woonboten vallen namelijk niet onder de Woningwet. Elke gemeente mag zijn eigen regels erop loslaten. Dat zorgt voor een oerwoud aan regels.

Maar, belangrijker nog, woonbooteigenaren hebben geen huurbescherming. De ligplaats waaraan de woonboot ligt is vrijwel nooit eigendom van de woonbooteigenaar, maar wordt gehuurd van gemeente of van een particulier. De woonbooteigenaar heeft geen bescherming tegen verhogingen van bijvoorbeeld liggeld of tegen het plotseling veranderen van de voorwaarden. Die onzekerheid drukt de prijs. [z24.nl]

0 reacties :

Een reactie posten