FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

zaterdag 19 november 2011

Hup Ajax!

De Ledenraad. De verzoeningscommissie. De Raad van Commissarissen. De Raad van Advies. Het Egoplatform. De Technische Staf. De Arena. De Toekomst. Jongens. Veel jongens. Louter jongens. Jongens met een mening. Een mening die ze graag ventileren met een camera erbij. Er zit geen bescheiden huiskameropinietje tussen. De mening moet geventileerd. Voor minimaal 500.000 kijkers. Kijkers die de volgende dag ook weer een mening hebben. De zogenaamde koffieautomatenmening. Alle belangrijke jongens komen aan het woord. Liefst vanuit hun auto. Uiteraard een dure auto. Raampje naar beneden en kwebbelen maar. Kort en bondig. Kleumende cameraploegen wachten hen op bij de slagboom. Daarna rijden de auto’s door. Het gaat ze allemaal om de club. De club, de club en nog eens de club. Het instituut. Niemand praat voor zichzelf. Ben je gek? De club. Die gaat hen aan het hart. De club waarvan ze de teloorgang niet willen zien. De ledenogen kunnen dat niet aan. De ledenogen of de lede ogen? De club heeft hun zoveel gegeven. Zoveel goeds. Zoveel mooie uren. En aanzien natuurlijk. In het licht van de club zijn ze iemand. In dat licht worden ze nog gezien. In dat kader worden ze nog gebeld. Gevraagd. Het is aandoenlijk. Lief is het. Het gekrakeel. Allemaal kenners. Allemaal stuurlui. Allemaal aan wal. Een hele lange wal. Aan beide kanten van het kanaal staan stuurlui. Een bootloos kanaal.

„Jij belt nooit.”

„Ik bel wel, maar jij neemt nooit op.”

„Dat vind ik gek, want bij mij neemt hij altijd op.”

„Moet ik bellen?”

„Waarom belt hij zelf niet?”

Het is aandoenlijk. Al die jongens. Oude mannen inmiddels. Die allemaal in het belang van de club praten. Niet voor zichzelf. Dat hebben ze allemaal allang niet meer nodig. Hun centen elders verdiend. Daar waar ze ook hun aanzien vergaard hebben. Dus daar gaat het niet meer om. Het gaat om de club. Echt waar! Om de club. De club, de club en nog eens de club.

Het gaat niet om geld. Het gaat niet om ego’s. Het gaat om de club. Uitsluitend de club. Daar liggen de herinneringen. En de toekomst. De club heeft geluk gebracht. Sterker nog: de club heeft het leven zin gegeven. Hun levens vooral.

De misdaadverslaggever, de fulltime sidekick en oud-speler, de gepensioneerde talkshowpresentator… het praat door elkaar. Ze hebben allemaal gelijk. Volkomen gelijk zelfs. Dat vinden ze zelf ook. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om de club. Zoals het Johan ook om de club gaat. Net als Louis. En Sjakie gaat het zeker om de club. En van Uri en Arie weten we dat ook. Dennis, Wim, Jaap, Keje, andere Johan, Michael, David, Steven, Henri, Arno, Danny, Henk en Theo. En Tscheu niet te vergeten. Hoe kon ik Tscheu nou vergeten? Waar is Freek eigenlijk? Maar ze hebben allemaal gelijk. Hartstikke gelijk. Net als de jongens van de voetbalkoffietijdprogramma’s. Allemaal volkomen gelijk. En goed dat ze aan het woord komen. Heel goed zelfs.

Maar hoe lossen we het op? Simpel. Heel simpel zelfs. Een vrouw moet bemiddelen. Een verstandige vrouw. Mies Bouwman. Linda de Mol. Willeke Alberti. Van mijn part mijn eigen vrouw. Dat soort. Wijze moeders met ervaring. Moeders die menig kinderopstootje in de kiem gesmoord hebben. Dames die een beetje lacherig binnenkomen en die die glimlach gedurende de bemiddeling volhouden. Ze laten de jongens uitpraten, lang uitpraten, zo uitpraten dat ze hun eigen onzin horen. Als de vrouwen maar beminnelijk blijven lachen. Halverwege hun idiote betogen denken de belangrijke mannen: waar hebben we het eigenlijk over? Precies! Dat is de kern. Waar hebben we het eigenlijk over?

Daarna elkaar aankijken, excuses murmelen, handen schudden en vort met de geit. De moeders drogen de jongenswangen, pleister op de schrammen en een lieve kus op hun kale koppies. Het leven is zo simpel. [nrc]

0 reacties :

Een reactie posten