FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

maandag 27 augustus 2012

Door de kat of door de hond gebeten

Wat doen doen de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen met de economie? De VVD pakt het overheidstekort het hardst aan, bij de SP en GroenLinks blijft de koopkracht het meest op peil. In de aanloop naar de verkiezingen van 12 september benadrukken alle politieke zo hard mogelijk hun unieke punten. Na 12 september, als er coalitieonderhandelingen volgen ligt dat uiteraard anders.

Maar toch geeft de doorrekening van de verkiezingsprogramma's die het Centraal Planbureau (CPB) maandag presenteerde een idee van de verschillen die overbrugd moeten worden.

Per saldo doet de VVD het meest om het begrotingstekort in de periode tot 2017 terug te dringen. Bij de SP en GroenLinks blijft de gemiddelde koopkracht relatief goed op peil. Een overzicht.

Verkiezingsprogramma's: begrotingstekort
Het CPB zet de impact van de verkiezingsprogramma's af tegen een zogenoemd 'basispad' voor de ontwikkeling van het begrotingstekort en de economische groei. Dat gaat uit van een begrotingstekort van 2,6 procent in 2017. De VVD haalt daar het meeste vanaf, te weten 1,4 procent, waardoor het tekort op 1,2 procent zou uitkomen in 2017.

De meest geringe tekortreductie is te vinden bij de SP, die het begrotingstekort in 2017 met 0,8 procent reduceert tot 1,8 procent in 2017. De andere partijen zitten hier tussenin. De PVV zit het dichtst bij de VVD met een extra tekortreductie van 1,3 procent, de PvdA zit op 1,1 procent tekortreductie en D66 op 1 procent.

Kijk je de besparingen op de overheidsuitgaven, dan heeft de VVD het zwaarste pakket van in totaal 22,25 miljard euro. De grootste besparingen zitten bij de zorg (8,.5 miljard euro) en de sociale zekerheid (7 miljard euro).

De SP en Groenlinks doen minder met bezuinigen op de uitgaven en meer met belastingmaatregelen. Het besparingspakket van de SP komt uit op 11,25 miljard euro en dat van GroenLinks op 9,75 miljard euro. PvdA, PVV, CDA en D66 snijden 12 tot 15 miljard euro in de overheidsuitgaven.

Houdbaarheid overheidsfinanciën
Het CPB kijkt ook naar de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn. Daarbij wordt gekeken naar het lange-termijneffect van maatregelen voor onder meer de pensioenen en de zorg. Die zijn met het oog op de vergrijzing van groot belang voor de financiële gezondheid van de overheid.

Het CPB constateert dat vooral CDA, D66 ChristenUnie, VVD en GroenLinks de houdbaarheid van de overheidsfinanciën met meer dan 20 miljard euro verbeteren. Bij de PVV is de houdbaarheidswinst minder dan 7 miljard euro. Daarmee houdt de PVV volgens het Planbureau in 2017 als enige partij geen 'positief houdbaarheidssaldo' over.

Economische groei
Omdat alle partijen extra bezuinigen, is ook het effect van diverse maatregelen op de economische groei van belang. Het CPB gaat voor de periode van 2013 tot en met 2017 uit van een gemiddelde groei van het bruto binnenlands product met 1,5 procent per jaar.

Het pakket van de VVD heeft per saldo geen effect op deze groeiprognose en de PVV weet zelfs een 0,1 procent hogere jaarlijkse groei te realiseren. Bij de andere politieke partijen is het effect van de maatregelen uit de verkiezingsprogramma's negatief.

Bij de SP en GroenLinks komt de economische groei 0,4 procent per jaar lager uit ten opzichte van het basispad van 1,5 procent groei per jaar. Bij de PvdA is het negatieve effect op de jaarlijkse groei het grootst met een min van 0,5 procent. D66 komt uit op een 0,2 procent lagere groei en het CDA op 0,1 procent minder groei per jaar.

Koopkracht
Voor de gemiddelde koopkracht van huishoudens gaat het CPB in de periode tussen 2013 en 2017 uit van een gelijke koopkracht: dus geen verschil tussen 2013 en 2017.

Bij de SP, PVV en GroenLinks groeit de koopkracht de komende vier jaar jaarlijks 0,25 procent, ten opzichte van het basispad. Een positieve ontwikkeling dus.

Het programma van het CDA heeft jaarlijks een negatief effect van 0,75 procent op de koopkracht, bij D66 is het negatieve effect 0,5 procent per jaar en bij de VVD 0,25 procent per jaar. Het pakket van de PvdA heeft geen effect op de koopkrachtontwikkeling, die dan hetzelfde blijft als in het basispad van het CPB. Dus geen toename en geen afname.
Werkgelegenheid

Wat betreft de arbeidsmarkteffecten legt het CPB de nadruk op de structurele werkgelegenheid en werkloosheid, die wordt doorgerekend tot 2040. Daarbij hebben de maatregelen van de VVD op de lange termijn het meest gunstige effect op de werkgelegenheid. Die groeit met 3,75 procent bij de VVD, en krimpt bij de SP met 3,75 procent (in arbeidsjaren). Een verschil van een half miljoen banen.

"Dit komt vooral doordat de VVD de inkomensverschillen op de lange termijn vergroot en dat heeft een gunstig effect op het arbeidsaanbod", aldus econoom Bas Jacobs in een reactie op RTLZ. "Op de korte termijn zijn de effecten zijn echter heel anders en zorgen de maatregelen van de VVD voor verlies aan werkgelegenheid. Dit is bij veel maatregelen zo: partijen die op op lange termijn welvaartswinsten boeken, nemen maatregelen die op korte termijn pijn doen."

Woningmarkt
Bij specifieke maatregelen kijkt het CPB onder meer naar de woningmarkt. Wat betreft de doelmatigheid van de woningmarkt - dat wil zeggen het zorgen voor een betere balans tussen vraag en aanbod - stelt het Planbureau dat PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en in mindere mate D66 de doelmatigheid zowel op de koop- als huurmarkt verbeteren.

Bij de VVD en de PVV verslechtert de doelmatigheid van de woningmarkt volgens het CPB per saldo. Doordat deze partijen de hypotheekrenteaftrek geheel of grotendeels in tact laten de komende jaren, blijft de verstorende werking van hiervan op prijzen en volumes op de koopmarkt in tact.

De mate waarin partijen bijvoorbeeld de hypotheekrente-aftrek wel aanpakken heeft wel gevolgen voor gemiddelde huizenprijzen. Die dalen volgens het CPB bijvoorbeeld, ten opzichte van het basiscenenario van het CPB, bij GroenLinks met 8 procent extra in de periode tot 2017. Ook bij de SP en D66 is het effect van maatregelen op de huizenprijzen negatief.

VVD en PVV zorgen met hun maatregelen voor respectievelijk 2 en 7 procent hogere huizenprijzen in 2017. [Z24]

0 reacties :

Een reactie posten