FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

zaterdag 12 juli 2014

Sam the Sham and the Pharaoas - Wooly bully (week 28 - '65)

Domingo “Sam” Samudio werd geboren in 1937 in Dallas, Texas. Hij is van Mexicaans/Amerikaanse afkomst. Hij maakte op jonge leeftijd zijn zangdebuut tijdens een radiouitzending toen hij zijn lagere school mocht vertegenwoordigen. Later ging hij gitaar spelen, en richtte hij zijn eerste bandje op. Hierin speelde ook Trini Lopez. Na zijn middelbare school ging hij bij de marine en woonde zes jaar in Panama. In 1961 richtte Sam the Pharaohs op. De naam werd ontleend aan de faraokostuums in de film “the Ten commandments”. Na een geflopte single ging de band een jaar later alweer uiteen. Een van de bandleden speelde vervolgens in Andy and the Nightriders. Toen hun organist ermee stopte werd Sam in het voorjaar van ’63 aan de groep toegevoegd. In deze periode voegde hij “the Sham” (de komediant) aan zijn naam toe. In de nazomer van dat jaar werd de naam veranderd in Sam the Sham and the Pharaos, en kwam de groep in contact met het kleine platenlabel Pen Records. Toen in de zomer van ’64 aan materiaal voor het debuutalbum gewerkt werd, wilde Sam een liedje maken over de populaire dans hully gully. De platenmaatschappij vreesde echter juridische problemen vanwege een ander liedje dat dezelfde titel had. Zodoende werd de tekst herschreven en werd “Wooly bully”, de naam van zijn kat, de titel. Het aftellen in Spaans en Engels aan het begin van het nummer, en het simpele orgelriffje, gaven het nummer een typisch Tex-Mex soundje. Begin ’65 kwam de single uit. En hoewel veel radiostations vreesden dat de tekst suggestief was, en de plaat niet draaiden, werd het een nummer 2 hit in Amerika. In Engeland kwam hij op de 11e plaats terecht, en in de Veronica Top 40 stond “Wooly bully” vier weken op de eerste plaats. Eind ’65 stapte the Pharaohs op na onenigheid over geld, en werd vervangen door de muzikanten van de groep Tony Gee & the Gypsys. In de U.S.A. zouden tot begin 1967 nog vijf hits volgen, waarvan “Lil’ red riding hood” het succes van de eerste hit zou evenaren. In Nederland zouden nog drie kleine hits volgen. In 1970 ging Sam solo verder.


The Who - Anyway, anyhow, anywhere

Zanger/guitarist Roger Daltrey richtte in 1959 the Detours op. Een professionele skiffle/rock ’n roll band die covers van pop en jazzliedjes speelde. Hierin speelde ook bassist John Entwistle. In 1961 werd gitarist Pete Townsend lid van deze groep. De band kreeg een contract bij een promotor, die ze boekte in voorprogramma’s van onder Screaming Lord Sutch, Cliff Bennett and the Rebel Rousers en Johnny Kidd and the Pirates. Met name de laatste groep had veel invloed op the Detours omdat ze ook met één guitarist werkten. Begin 1964 werd de naam veranderd in the Who. Een paar maanden later werd drummer Keith Moon aangenomen. In de zomer van dat jaar werd de bandnaam veranderd in the High Numbers, en kwam de eerste single “Zoot suit” uit. Deze werd geen succes, en men ging weer verder als the Who. De tweede single, “I can’t explain” werd begin 1965 een nummer 8 hit in Engeland. Daarbij flink geholpen door de zeezenders Radio Caroline en Radio London. De opvolger was “Anyway, anyhow, anywhere”. Het intro van het nummer had opvallende gelijkenissen met “Louie Louie” van the Kingsmen en “All day and all of the night” van the Kinks. In Engeland haalde de plaat nipt de Top 10. In ons land was het de eerste hit van de groep in de Veronica Top 40. Vier weken stond de plaat genoteerd, met plaats 28 als hoogste notering. In Amerika zou the Who pas in 1967 doorbreken. Keith Moon overleed in 1978, John Entwistle in 2002.

0 reacties :

Een reactie posten