FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

maandag 18 januari 2010

Explosie staatsschuld wordt westerse zaak

Roebelcrisis? Pesocrisis? Nee, financiële instabiliteit door hoge overheidsschulden is een westers fenomeen geworden.

ING Groep 1.36 % === AEX-index 0.31 %
Staten die hun financiën niet op orde hebben, zich overladen met schulden en de geldpers aan zetten. Traditioneel denk je dan aan landen als Argentinië, Brazilië, Mexico en Rusland. Met beruchte excessen zoals de Mexicaanse pesocrisis uit 1994 en de roebelcrisis uit 1998.

De kredietcrisis heeft de rollen echter omgedraaid. Westerse overheden moesten in 2008 en 2009 vol aan de bak met miljardeninjecties voor banken en steunoperaties van monetaire autoriteiten. De belangrijkste opkomende economieën kwamen echter relatief ongeschonden de crisis door.

Nieuwe krachtpatsers
Het Internationale Monetaire Fonds (IMF) bracht dit onlangs aardig in kaart door, binnen de G20-club, de geïndustrialiseerde landen te vergelijken met de groeilanden. Bij de eerste groep zitten de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Italië, Australië, Canada, Zuid-Korea en Japan.

De opkomende groep bestaat uit China, Brazilië, India, Rusland, Mexico, Argentinië, Indonesië, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika en Turkije. Deze landen konden tijdens de kredietcrisis profiteren van forse buitenlandse valutareserves, die ze in eerdere jaren hadden opgebouwd. Bovendien had een aantal landen fiscale hervormingen doorgevoerd, waardoor de staatsfinanciën veel robuuster bleken dan bij eerdere crises.

Gevolg is dat het overheidstekort als percentage van het bruto binnenlandse product (bbp) bij de industriële G20-landen is opgelopen tot gemiddeld 8,2 procent, tegenover een gemiddeld tekort van 5,1 procent voor de opkomende landen, becijferde het IMF.

Naar verwachting zitten de opkomende landen in 2014 op een gemiddeld tekort van 1,3 procent, tegen een nog altijd hoge min van 5,3 procent voor de industriële G20-landen.

Westerse schuldberg
Ontluisterend is vooral de verwachte ontwikkeling van de staatsschulden. Het IMF rekent erop dat die bij de volwassen G20-landen de komende vier jaar oplopen tot meer dan één keer het bbp, de som van de jaarlijkse productie van goederen en diensten. Groeilanden zullen de staatsschuld juist weten te beperken tot ongeveer een derde van het bbp. Zie de grafiek: Schuldcrisis wordt westerse zaak.

Belangrijke aanname hierbij is dat opkomende landen hun fiscale positie kunnen verbeteren, simpelweg door vrolijk verder te groeien. Als de economie groeit en de absolute omvang van de overheidsschuld gelijk blijft, neemt de staatsschuld als percentage van het bbp vanzelf af.

Landen als China, Brazilië, Rusland en India verkeren in de gunstige positie dat ze minder afhankelijk worden van de export en de binnenlandse consumptie sterk zien toenemen.

In ontwikkelde, westerse landen leidt de nasleep van de kredietcrisis daarentegen tot structureel lagere groei, waardoor de hoge overheidsschulden met bezuinigingen en hogere belastingen moeten worden aangepakt.

Bekijk je dit fenomeen wat preciezer dan doet de zware schuldenlast zich vooral voelen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en continentaal-Europese landen als Frankrijk en Italië.

Bij de opkomende landen hebben oliestaten Rusland en Saoedi-Arabië de laagste schulden. Maar ook Brazilië, India en China krijgen de staatsschuld beter onder controle. Zie de grafiek: Rijke landen, grote schulden.

Jachtige beleggers
Grote, westerse vermogensbeheerders erkennen deze trend en storten zich inmiddels juichend op overheidsschulden van opkomende landen. Idee is dat deze schuld schaarser wordt, terwijl de staatsfinanciën verbeteren. Dit betekent dat prijzen van staatsobligaties in groeilanden naar verwachting zullen stijgen, terwijl deze landen lagere rentes gaan betalen voor nieuw uit te geven schuldpapier.

Bij grote banken als het Brits-Aziatische HSBC en de Amerikaanse obligatiereus Pimco vinden ze dat beleggers er vlug bij moeten zijn met schulden van opkomende landen. Die gretigheid kan op zich weer uitmonden in een zeepbel op de markt voor schuldpapier van groeilanden. Maar dat doet weinig af aan de trend dat de Chinezen, Russen en Brazilianen hun staatsfinanciën beter onder controle hebben.

Griekse junk?
Wat de rentepercentages die overheden betalen betreft, is al sprake van een dunnere scheidslijn tussen westerse en niet-westerse overheden.

Aan de ene kant van het spectrum staan de westerse grootmachten Duitsland en de Verenigde Staten, die minder dan 4 procent rente betalen op tienjarige staatsleningen. Aan het andere eind zitten groeilanden zoals Brazilië, waar de staat nog zo'n 14 procent rente betaalt op tienjarige leningen.

En dan is er het middenveld, met bijvoorbeeld het zwakke euroland Griekenland, dat ongeveer 6 procent rente betaalt op de tienjarig staatsschuld. De Chinese staat betaalt vrijwel evenveel rente. India zit met de tienjarige staatsrente nog maar 1,6 procentpunt hoger dan de Grieken. Zie de grafiek: Staatsrentes: wie betaalt wat?

De verschuiving van het economische evenwicht in de wereld doet zich waarschijnlijk het meest pregnant voelen in dit middensegment. Nog even en dan kunnen de Chinezen en Indiërs zeggen: 'Junk bonds? Dan moet u bij de Grieken en Italianen zijn.' [z24.nl]

0 reacties :

Een reactie posten