FOKSUK
WEER
CHESS
PUZZLE
GAMES

zaterdag 30 december 2017

Small faces - Tin soldier

Deze groep uit Londen werd in 1965 opgericht door Steve Marriott (zang en gitaar), Ronnie Lane (bas), Kenney Jones (drums) en Jimmy Winston (keyboards, vervangen door Ian McLagan). De groepsnaam kozen ze omdat ze allemaal vrij klein van stuk waren. Nadat de band al snel in de grotere clubs speelde, kwam dat jaar ook de debuutsingle “Watcha gonna do about it” uit die meteen de Britse Hitparades haalde. Hierna bleef de groep hit na hit scoren in Engeland en de rest van Europa. In Amerika bleef hitsucces uit tot in de zomer van 1967 “Itchycoo park” uitkwam. “Tin soldier” werd door Steve Marriott in eerste instantie geschreven voor P.P. Arnold. Uiteindelijk vond hij het nummer zo goed dat hij besloot het voor de band te houden. Arnold zong wel mee in het refrein. Toen de single werd uitgebracht werd de groep door de Britse omroep BBC geïnformeerd dat de laatste zin moest worden verwijderd voor hun uitzendingen. Men had namelijk verstaan dat daar in voorkwam “sleep with you”, terwijl in werkelijkheid “sit with you” gezongen wordt. De plaat was in de Engelse hitparade goed voor de 9e plaats. In de Veronica Top 40 kwam hij op nummer 5 terecht. In 1969 viel the Small Faces uit elkaar nadat Marriott tijdens een nieuwjaarsconcert van het podium liep. Later dat jaar werd door Lane, Jones en McLagan aangevuld met Ronnie Wood en Rod Stewart de band Faces opgericht. Na het uiteen gaan van deze groep kwam the Small Faces weer bij elkaar. In wisselende samenstellingen duurde dit tot 1978. Steve Marriott kwam in 1991 om bij een brand in zijn huis. Zes jaar later stierf Ronnie Lane aan een longontsteking. Hij leed toen al twintig jaar aan multiple sclerose. Ian McLagan overleed in 2014. Ron Wood speelt sinds 1976 in the Rolling Stones.

zaterdag 23 december 2017

Dave Davies - Susannah’s still alive

David “Dave” Davies werd in 1947 geboren in Noord London. In zijn jeugd maakte hij samen met zijn oudere broer Ray (1944) kennis met verschillende muziekstijlen. Van variété, via jazz, tot aan de vroege rock ‘n’ roll die hun zussen draaiden. Samen begonnen ze met het spelen van skiffle, maar kochten al gauw een elektrische gitaar en gingen rock spelen. Dave richtte samen met bassist Pete Quaife een band op: the Boo-Weevils. Aangevuld met drummer Mick Avory en rhythm-gitarist/broer Ray al gauw omgedoopt in the Ravens. Begin 1964 nam deze groep als the Kinks de eerste single op voor het Pye label. De derde, “You really got me”, kwam op de 1e plaats terecht en betekende in de zomer van dat jaar de doorbraak voor de groep. Drie jaar later was the Kinks een van de meest succesvolle bands van Engeland. In juli van dat jaar kwam de eerste solosingle van Dave uit: “Death of a clown”. Tot dan toe waren door hem (mede) geschreven nummers alleen op b-kanten van singles of op elpees terecht gekomen. Het nummer werd meteen een top 3 hit in Engeland en Nederland. Het deed Dave twijfelen of hij een solocarrière moest beginnen. Toen volgende singles minder succes hadden werd dit idee in de ijskast gezet. Zo kwam “Susannah’s still alive” bij onze westerburen niet verder dan de 20e plaats. In de Veronica Top 40 was de plaat nog nipt goed voor de top 10. Twee verdere singles haalden de Britse hitlijsten niet meer. In Nederland hadden ze nog enig succes. Pas vanaf 1980 ging Dave Davies weer soloplaten opnemen.

zaterdag 16 december 2017

The Beatles - Hello, goodbye (Week 50 - 1967)

Met oog op de piek in de platenverkoop voorafgaand aan Kerstmis, en de bijbehorende Christmas number one, werd “Hello, goodbye” uitgebracht. Het nummer werd geschreven door Paul McCartney. Hij kreeg het idee voor het liedje na een woordspelletje met de assistent van the Beatles Alistair Taylor. Als Paul een woord zong, moest Taylor het tegenovergestelde zeggen. De opnamen van het nummer gingen op 2 oktober van start. Nadat het filmen voor de televisiespecial “Magical Mystery Tour” was afgerond. Een maand later was de monoversie klaar. Vier dagen later volgde de stereomix. Niet echt onder de indruk van het nummer wilde John Lennon zijn compositie “I am the walrus” op de a-kant van de nieuwe single hebben. Producer George Martin en Paul gingen met succes voor het commercieel klinkende “Hello, goodbye”. Er werden drie promotiefilmpjes opgenomen voor de single. Eén ervan werd getoond in de belangrijke Amerikaanse Ed Sullivan Show. Omdat er in Engeland net nieuwe regels waren om playbacken op televisie tegen te gaan haalde geen van de clips daar de buis. Het maakte voor het succes van de plaat niet uit. “Hello goodbye” werd de vierde Christmas number one van de groep. Ook in de Veronica Top 40 was het de nummer 1 tijdens de Kerst. In Amerika deden ze het weer eens anders. Daar stond de a-kant elf weken in de Billboard Hot 100 en bereikte de 1e plaats. “I am the walrus” stond apart vier weken genoteerd en bracht het slechts tot de 56e plek. En daarmee kregen Martin en McCartney hun gelijk.

zaterdag 9 december 2017

Tom Jones - I'm Coming Home

om Jones werd in 1940 geboren als Thomas Jones Woodward in Treforest, Zuid-Wales. Op jonge leeftijd begon hij met zingen tijdens familiefeestjes en in het schoolkoor. Zijn bluesy zangstijl ontwikkelde hij door te luisteren naar zangers als Solomon Burke en Jackie Wilson. Maar ook Elvis Presley, met wie hij later bevriend werd, was een voorbeeld. In 1963 werd Tom zanger van Tommy Scott and the Senators. De groep kreeg al gauw bekendheid in Zuid-Wales, en nam in 1964 een aantal nummers op onder leiding van de bekende producer Joe Meek. Deze liet ze horen aan diverse platenmaatschappijen, echter zonder succes. Later dat jaar ontdekte manager Gordon Mills de groep. Hij werd Jones’ manager en gaf hem ook zijn artiestennaam. In augustus kwam zijn eerste single uit: “Chills and fever”. Het nummer werd geen hit. De opvolger “It’s not unusual” werd in maart ‘65 echter een nummer 1 hit in Engeland. Hierna volgden de singles elkaar in hoog tempo, en met wisselend succes, op. Niet ieder nummer bereikte de hitparade. Tom’s grote doorbraak kwam eind 1966 met “Green, green grass of home”. Vanaf dat moment scoorde hij achter elkaar top 10 hits in zowel Engeland als Nederland. Ook in de U.S.A. begon hij hits te scoren. “I’m coming home” was inmiddels de 20e single van de zanger. Het nummer bereikte de 2e plaats bij onze westerburen en de 57e in de Amerikaanse Billboard Hot 100. In de Veronica Top 40 was de plaat goed voor een 11e plek.

zaterdag 2 december 2017

Johnny en Rijk - De Bostella (Week 48 - 1967)

John Kraaijkamp en Rijk de Gooyer werden beiden geboren in 1925. De laatste werd na de oorlog leerling-verslaggever bij de NCRV. Tijdens een personeelsavond viel hij op door een komische sketch op te voeren. Hierna mocht hij “voor de radio” aan de slag als komiek en meedoen in hoorspelen. Vanaf 1948 werkte de Gooyer bij het ABC-cabaret van Wim Kan. In de jaren ‘50 ontmoette hij Kraaijkamp. John was begonnen als zanger en werkte in de jaren ‘50 als bassist/zanger/entertainer, daarbij op piano begeleid door de latere voorman van het Cocktail Trio: Ad van der Gein. De twee deelden een voorliefde voor grappen en grollen en besloten als duo te gaan optreden. Al snel maakten Johnny en Rijk naam in het schnabbelcircuit. Vanaf 1958 kwamen daar ook televisieoptredens bij. Ook namen ze regelmatig platen op. Meestal humoristiche bewerkingen van bestaande nummers. De Bostella was een bewerking van “Viens danser la Bostella” dat al stamde uit 1964. Het werd geschreven door de Fransen Honoré Bostel en Gerard Gustin. Er hoorde ook een dansje bij dat voor het eerste te zien was in de film “What’s new pussycat” uit 1965. Daarin werd het gedanst op “Marriage, French style” van Burt Bacharach. En dat kennen wij dan weer als “Dans je de hele nacht met mij” de nummer 1 hit uit ‘66 van Karin Kent. John en Rijk schreven in de studio een Nederlandse tekst. Drie jaar eerder wilde producer Lion Swaab het nummer al met ze opnemen. Het duo zag er niets in maar Swaab hield vol. In ‘67 gaven de twee eindelijk toe. “De Bostella” werd de grootste hit in hun carrière. De single stond 17 weken in de Veronica top 40 waarvan 2 op de 1e plaats. Een cover van Karin Kent flopte jammerlijk. Johnny en Rijk overleden beiden in 2011.